Wat Is Een Tegenwoordig Deelwoord: Een Handleiding.

Een tegenwoordig deelwoord, ook wel bekend als een onvoltooid deelwoord, is een vorm van een werkwoord die wordt gebruikt om een lopende actie of toestand uit te drukken. In de Nederlandse grammatica wordt het gevormd door het werkwoord te combineren met de uitgang “-end” of “-end(e)”. Het tegenwoordig deelwoord kan verschillende functies hebben in een zin, waaronder het vormen van werkwoordstijden, het beschrijven van een handeling en het fungeren als een bijvoeglijk naamwoord.

**Hoe wordt het tegenwoordig deelwoord gevormd?**

Het vormen van een tegenwoordig deelwoord in het Nederlands is relatief eenvoudig. Over het algemeen voeg je de uitgang “-end” of “-end(e)” toe aan de stam van het werkwoord. De stam van een werkwoord is de vorm die overblijft nadat je de infinitiefuitgang “-en” hebt verwijderd. Hier zijn enkele voorbeelden van werkwoorden en hun tegenwoordige deelwoorden:

– Werken -> Werkend
– Lopen -> Lopend
– Fietsen -> Fietsend
– Spelen -> Spelend
– Lezen -> Lezend

**Wanneer wordt het tegenwoordig deelwoord gebruikt?**

Het tegenwoordig deelwoord wordt gebruikt in verschillende situaties in de Nederlandse taal. Hier zijn enkele veelvoorkomende gevallen waarin het tegenwoordig deelwoord wordt gebruikt:

1. Werkwoordstijden: Het tegenwoordig deelwoord wordt gebruikt om de tegenwoordige tijd en de verleden tijd te vormen. Bijvoorbeeld: “Ik loop naar school” (tegenwoordige tijd) en “Ik liep naar school” (verleden tijd).

2. Beschrijving van een handeling: Het tegenwoordig deelwoord kan worden gebruikt om een lopende actie of handeling te beschrijven. Bijvoorbeeld: “De spelende kinderen rennen in het park”.

3. Bijvoeglijk naamwoord: Het tegenwoordig deelwoord kan fungeren als een bijvoeglijk naamwoord om een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Een lachend kind” of “Een rijdende trein”.

**Wat is het verschil tussen het tegenwoordig deelwoord en het voltooid deelwoord?**

Het tegenwoordig deelwoord en het voltooid deelwoord zijn beide vormen van werkwoorden, maar ze hebben verschillende functies en vormingsregels.

Het tegenwoordig deelwoord wordt gebruikt om een lopende actie of toestand uit te drukken en wordt gevormd door de uitgang “-end” of “-end(e)” toe te voegen aan de stam van het werkwoord. Het wordt vaak gebruikt als onderdeel van de tegenwoordige tijd of verleden tijd en kan fungeren als een bijvoeglijk naamwoord.

Aan de andere kant wordt het voltooid deelwoord gebruikt om een voltooide actie of toestand uit te drukken. Het wordt gevormd door de uitgang “-d” of “-t(e)” toe te voegen aan de stam van het werkwoord. Het voltooide deelwoord wordt gebruikt in de voltooide tijden, zoals de voltooide tegenwoordige tijd en de voltooide verleden tijd. Bijvoorbeeld: “Ik heb gewerkt” (voltooide tegenwoordige tijd) en “Ik had gewerkt” (voltooide verleden tijd).

**Voorbeelden van het gebruik van het tegenwoordig deelwoord**

1. De dansende ballerina trok de aandacht van het publiek.
2. De regenende dag zorgde voor natte straten.
3. De schreeuwende menigte protesteerde tegen het besluit.
4. De lachende baby maakte iedereen aan het lachen.
5. De studerende studenten waren erg geconcentreerd.

**Veelvoorkomende valkuilen bij het gebruik van het tegenwoordig deelwoord**

Bij het gebruik van het tegenwoordig deelwoord kunnen er enkele valkuilen zijn waar mensen in kunnen vallen. Hier zijn enkele veelvoorkomende valkuilen en hoe je ze kunt vermijden:

1. Juiste spelling: Let op de juiste spelling van het tegenwoordig deelwoord. Zorg ervoor dat je de juiste uitgang “-end” of “-end(e)” gebruikt en dat je de stam van het werkwoord correct hebt gekozen.

2. Overmatig gebruik: Vermijd overmatig gebruik van het tegenwoordig deelwoord. Gebruik het alleen wanneer het nodig is om een lopende actie of toestand uit te drukken of wanneer het fungeert als een bijvoeglijk naamwoord.

3. Verwarring met voltooid deelwoord: Verwar het tegenwoordig deelwoord niet met het voltooid deelwoord. Zorg ervoor dat je het juiste deelwoord gebruikt, afhankelijk van de betekenis die je wilt overbrengen.

**Veelgestelde vragen**

1. **Wat is een voorbeeld van een tegenwoordig deelwoord?**
Een voorbeeld van een tegenwoordig deelwoord is: “lopend”. Het wordt gebruikt om een lopende actie uit te drukken, zoals in de zin: “De lopende hond rende door het park”.

2. **Hoe oefen ik het gebruik van het tegenwoordig deelwoord?**
Je kunt het gebruik van het tegenwoordig deelwoord oefenen door oefenzinnen te maken waarbij je het tegenwoordig deelwoord op de juiste manier toepast. Gebruik werkwoorden en probeer ze om te zetten naar hun tegenwoordig deelwoord vorm.

3. **Kan het tegenwoordig deelwoord ook als een bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt?**
Ja, het tegenwoordig deelwoord kan fungeren als een bijvoeglijk naamwoord om een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Een spelend kind” of “Een rennende hond”.

4. **Wat is een voltooid deelwoord?**
Een voltooid deelwoord is een vorm van een werkwoord die wordt gebruikt om een voltooide actie of toestand uit te drukken. Het wordt gevormd door de uitgang “-d” of “-t(e)” toe te voegen aan de stam van het werkwoord.

5. **Kun je een voorbeeld geven van een voltooid deelwoord?**
Een voorbeeld van een voltooid deelwoord is: “gelopen”. Het wordt gebruikt om een voltooide actie uit te drukken, zoals in de zin: “Ik heb naar school gelopen”.

6. **Wat is een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?**
Een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is een voltooid deelwoord dat wordt gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord om een eigenschap of kenmerk van een zelfstandig naamwoord te beschrijven. Bijvoorbeeld: “Een gesloten deur” of “Een gebroken glas”.

7. **Wat is een infinitief?**
Een infinitief is de onveranderlijke basisvorm van een werkwoord. Het is het eenvoudigste vorm van een werkwoord en komt overeen met de Nederlandse infinitiefuitgang “-en”. Bijvoorbeeld: “lopen”, “werken”, “spelen”.

Door het begrijpen van het tegenwoordig deelwoord en het correct leren gebruiken ervan, kun je je vaardigheid in de Nederlandse taal verbeteren en je schrijf- en spreekvaardigheid versterken. Oefen regelmatig met het gebruik van het tegenwoordig deelwoord om vertrouwd te raken met de verschillende toepassingen ervan en wees alert op mogelijke valkuilen.

Het tegenwoordig (of: onvoltooid) deelwoord is een vormcategorie van het werkwoord die bestaat uit de stam + -(e)nd(e). Tegenwoordige deelwoorden kunnen voorkomen als deel van het gezegde of als zinsdeel: (1) De zaak is hangende. (2) Huilend zocht het kind naar zijn moeder.Het tegenwoordig deelwoord schrijf je door achter het hele werkwoord een -d te plakken. Krijsend werd het kind in bed gelegd. Een tegenwoordig deelwoord kan ook worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Het krijsende kind werd in bed gelegd.Je gebruikt het tegenwoordig deelwoord alleen in zinnen die in de onvoltooid tegenwoordige of onvoltooid verleden tijd staan. Daarom noem je het ‘tegenwoordig’ (of: onvoltooid) deelwoord; als de handeling al afgelopen is of de toestand niet meer bestaat, gebruik je het voltooid deelwoord (of: verleden deelwoord).

Hoe Vind Je Het Tegenwoordig Deelwoord?

Hoe Gebruik Je Tegenwoordig Deelwoord?

Wat Is Een Deelwoord Voorbeeld?

Wat Is Het Verschil Tussen Od En Vd?

Top 15 wat is een tegenwoordig deelwoord